Home Kennisbank Financieringsstromen Financiering van de Zvw-zorg

Financiering van de Zvw-zorg

Het idee van de zorg in Nederland is dat de zorg voor iedereen toegankelijk is. Verschillende wetten zorgen hier gezamelijk voor: de zorgverzekeringswet, de wet langdurige zorg, de wet maatschappelijke ondersteuning, en de jeugdwet.

Elke wet wordt op een eigen manier gefinancierd. Hieronder een nadere toelichting van de Zvw-zorg

Financiering van Zvw-zorg
De Zvw is een verzekering waarbij alle verzekerden samen de totale kosten van alle zorg opbrengen. Er zijn twee grote financieringsstromen: aan de ene kant betaalt iedere verzekerde vanaf 18 jaar een ‘nominale’ premie aan zijn of haar zorgverzekeraar. Gemiddeld is deze premie ongeveer € 1.200,- euro per jaar. Daarnaast is er voor iedereen ouder dan 18 jaar nog een verplicht eigen risico van € 385,- (2016), dat onder andere als doel heeft het kostenbewustzijn bij burgers te vergroten. Een aantal zorgvormen (zoals huisartsenzorg en kraamzorg) is daarbij uitgezonderd. Voor kinderen en jongeren tot 18 jaar betaalt de overheid uit algemene middelen de kosten van de verzekering.

Aan de andere kant is er een inkomensafhankelijke bijdrage die door de werkgever wordt betaald. Op macroniveau gaat dat om een bedrag vergelijkbaar met de jaarlijkse premie. De inkomensafhankelijke bijdrage, samen met de rijksbijdrage voor kinderen en jongeren onder 18, komt terecht in het Zorgverzekeringsfonds. Voor sommige zorg uit het basispakket moeten burgers bovenop het eigen risico een eigen bijdrage betalen. Het gaat daarbij om zaken als ziekenvervoer, gehoortoestellen, bepaalde geneesmiddelen of orthopedische schoenen. Burgers kunnen er ook voor kiezen om het eigen risico vrijwillig met maximaal € 500,- op te hogen, waardoor de nominale premie lager wordt. Ten slotte is er voor mensen met een laag inkomen zorgtoeslag, die via de Belastingdienst wordt verstrekt. Daarmee kan een aanzienlijk deel van de premie en het eigen risico af worden gedekt. Mensen met een minimuminkomen betalen per saldo nu minder dan onder het oude stelsel.

Zorgverzekeraars krijgen dus enerzijds betaald via de nominale premies, maar anderzijds ook uit het Zorgverzekeringsfonds; dit gebeurt door middel van de risicoverevening. Hierbij ontvangen zorgverzekeraars uit het fonds een zogenaamde vereveningsbijdrage. Afhankelijk van de gezondheid van zijn verzekerden ontvangt een verzekeraar een hogere of lagere bijdrage uit het zorgverzekeringsfonds. De reden hiervoor komt voort uit de publieke randvoorwaarden. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Het Nederlandse zorgstelsel | 11 Zonder risicoverevening zou door die voorwaarden een gelijk speelveld onmogelijk zijn, doordat verzekeraars met betere of slechtere risico’s niet hetzelfde uitgangspunt hebben. Bovendien moet de verevening voorkomen dat zorgverzekeraars risicoselectie toe gaan passen.

Nederlandse burgers kunnen kiezen uit diverse soorten polissen als ze de verplichte basisverzekering afsluiten: de naturapolis en de restitutiepolis, en mengvormen van die twee. In natura wil zeggen dat zorgverzekeraars alleen de volledige vergoeding geven voor de zorg van gecontracteerde zorgverleners; in andere gevallen betalen verzekerden een deel zelf. Met een restitutiepolis kan de burger zelf zijn zorgaanbieder kiezen en vergoedt de verzekeraar alle gemaakte zorgkosten. Ongeveer drie kwart van de verzekerden in Nederland heeft een vorm van naturapolis. Er zijn ook situaties waarin de zorgverzekeraar niet de kosten vergoedt: bij zorgkosten die niet door het basispakket gedekt worden (zoals aspirines of bepaalde cosmetische chirurgie), en waarvoor ook geen aanvullende verzekering is afgesloten (bijvoorbeeld bij een wortelkanaalbehandeling bij de tandarts).

Bron